Kaakverbreding

Wanneer de bovenkaak te smal is en/of er ruimtegebrek is voor de tanden en kiezen kan het nodig zijn dat de bovenkaak breder wordt gemaakt. We zien dit vaak bij mensen met een te kleine onderkaak en een overbeet. Een kleine verbreding is mogelijk met een vaste orthodontische beugel. Wanneer veel verbreding nodig is, is het bij mensen ouder dan 15 jaar nodig om de bovenkaak operatief te verzwakken met een operatie die corticotomie wordt genoemd. Na een dergelijke operatie kan de bovenkaak met een speciale beugel of een speciaal verbredingsapparaat veel breder worden gemaakt zodat de orthodontist alle tanden en kiezen in een mooie boog kan plaatsen. Hierdoor ontstaat een mooie brede lach en ontstaat tevens de mogelijkheid om de onderkaak operatief naar voren te zetten.

De onderkaak kan op soortgelijke wijze worden verbreed, maar daarvoor bestaat niet vaak een noodzaak.

Verbreding van de bovenkaak

Een te smalle bovenkaak komt vaak voor bij mensen met een overbeet. Om het gebit te verfraaien en voor te bereiden op een standscorrectie van de terugliggende onderkaak moet de bovenkaak worden verbreed. Dit kan soms met orthodontie. Wanneer het verschil in breedte met de onderkaak groot is en de patiënt ouder dan 15 jaar is het vaak nodig om te bovenkaak met een operatie te verzwakken (corticotomie) waarna deze voldoende breder kan worden gemaakt. Ook in gevallen waarin er sprake is van ruimtegebrek voor de tanden kan een dergelijke operatie nuttig zijn. Voor veel mensen is de operatieve kaakverbreding een voorbereiding op een latere standscorrectie van de onderkaak of beide kaken. Soms is het de enige ingreep die nodig is in combinatie met een orthodontische behandeling. In uitzonderingsgevallen wordt de ingreep op soortgelijke wijze ook in de onderkaak uitgevoerd.

Wanneer bij mensen een standscorrectie van onder- en bovenkaak is gepland en de bovenkaak alleen in het gebied van de kiezen breder hoeft te worden gemaakt kan de bovenkaak tijdens die ingreep tegelijk worden verbreed en hoeft de corticotomie in een eerder stadium van de orthodontie niet plaats te vinden.

De operatie

De operatie wordt onder narcose via de mond uitgevoerd en duurt ongeveer 45 minuten. Er wordt op drie plaatsen een botsnede in de bovenkaak gemaakt waardoor deze wordt verzwakt. Hierna wordt op het gehemelte een klein verbredingsapparaatje aangebracht (distractie apparaat; TPD). De wondjes worden gehecht met oplosbare hechtingen. In sommige gevallen is voor de operatie door de orthodontist een speciale beugel geplaatst waarmee de verbreding kan worden gedaan (Hyrax).

Lijnen (rood) waarlangs de bovenkaak operatief wordt verzwakt tijdens de verbredingsoperatie

Verbredingsapparaat (distractor; TPD) dat op het gehemelte is bevestigd. Door hier aan te draaien wordt de bovenkaak breder en zal een spleet tussen de voortanden ontstaan. Die sluit de orthodontist weer in enkele maanden.

 

Na de operatie

De operatie geeft in het algemeen relatief weinig pijnklachten. De zwelling van het gelaat kan echter aanzienlijk zijn. Koelen is daarom verstandig. Ook kan er op de dag van de operatie nog wat bloed uit de neus of mond komen. Dat is normaal en gaat vanzelf over. De zwelling is na 1-2 weken grotendeels verdwenen.
De meeste mensen worden op de ochtend van de operatie in het ziekenhuis opgenomen en kunnen de dag na de operatie alweer naar huis.

Het is belangrijk om de mond in het begin goed schoon te houden met desinfecterend spoelmiddel. Na een week kunt u weer voorzichtig gaan poetsen.

De eerste week mag u uw neus niet snuiten, maar alleen afvegen of ophalen. Als u moet niezen moet u uw mond open houden en uw neus dichtknijpen. Dit is belangrijk om te voorkomen dat u een te groot drukverschil opbouwt tussen uw neusbijholte en uw mondholte. De eerste 1-2 weken na de operatie moet u voorzichtig zijn met kauwen. Uw bovenkaak is namelijk door de operatie enigszins verzwakt. U krijgt adviezen voor zacht voedsel.

De meeste mensen kunnen 1 week na de operatie hun werk of opleiding weer hervatten. Rustige sporten zoals joggen zijn dan ook weer verantwoord. Contactsporten kunt u het beste de eerste twee maanden vermijden.
U wordt na 1 week voor controle gezien in het ziekenhuis en krijgt dan een miniatuur steeksleuteltje waarmee u dagelijks het apparaatje op uw gehemelte gaat aandraaien waardoor de bovenkaak breder wordt. Het aandraaien is doorgaans niet pijnlijk. Per drie dagen wordt de bovenkaak ongeveer een millimeter breder.

Meestal is de bovenkaak na twee weken draaien voldoende verbreed. Er ontstaat dan ruimte tussen uw voortanden. De orthodontist en MKA-chirurg bepalen samen wanneer uw bovenkaak breed genoeg is en u met het aandraaien kunt stoppen. De orthodontist gaat hierna verder met de orthodontische behandeling (de beugel wordt meestal voor de operatie geplaatst) en zet de tanden en kiezen op een keurige rij, waarbij de ruimte tussen de voortanden ook weer wordt gesloten. Het verbredingsapparaat wordt na drie maanden eenvoudig onder plaatselijke verdoving verwijderd. (zie: brochure bovenkaakverbreding).

Risico’s en Complicaties

Een eventueel narcoserisico is laag omdat u van tevoren op het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog (narcostiseur) wordt onderzocht en bovendien kaakcorrecties voornamelijk bij gezonde mensen worden uitgevoerd. Het infectierisico bij operatieve kaakcorrecties is erg klein. U krijgt antibiotica rondom de ingreep en ook het reinigen van de mond is van belang om infecties te voorkomen. Soms kan er na een bovenkaaksverbreding een neusbloeding optreden. Deze stopt meestal vanzelf. Bij twijfel dient u uiteraard contact met het ziekenhuis op te nemen. Het is beter de eerste week na de operatie de neus niet te snuiten.

Het belangrijkste risico van bovenkaaksverbreding is een asymmetrische verbreding. Dit is doorgaans geen probleem omdat dit met de aansluitende orthodontie meestal is op te vangen. Bij veel mensen volgt bovendien nog een operatieve kaakcorrectie. Er bestaat een klein risico dat er ergens in het tandvlees van de bovenkaak of in de huid van de wang/bovenlip/neusvleugel een plekje over kan blijven waar het gevoel blijvend iets verminderd is.

Verbreding van de onderkaak

De noodzaak voor verbreding van de onderkaak komt niet vaak voor. De procedure werkt grotendeels op dezelfde wijze zoals beschreven voor de bovenkaak. Bij de operatie maakt de chirurg een verticale botsnede tussen de voortanden waar vervolgens een verbredingsapparaatje over wordt geschroefd. Soms is voorafgaand aan de operatie door de orthodontist al een verbredingsapparaat aan de tanden bevestigd. Een week na de operatie leert men u hoe u zelf door het dagelijks aandraaien van het apparaat uw onderkaak breder maakt. Dit wordt uiteraard door de chirurg en de orthodontist begeleid.